Non-Plan

Gelezen in ‘Cities of Tomorrow’ (1988) van Peter Hall:

 

Kon de plek van mijn boekpresentatie symbolischer, nee ironischer? Op het Spui in Amsterdam, pal naast het Maagdenhuis, lanceerde ik op 27 september 2016 mijn nieuwe boek ‘De toekomst van de stad. Een pleidooi voor de metropool’ (Amsterdam University Press) met live recensies van Paul Scheffer, Herman Vuijsje, Jos Gadet en Ruben Maes. Het zaaltje was helemaal uitverkocht, mensen die er niet in konden, stonden voor de ramen. De zon scheen over het plein. Vijftig jaar na de provo-demonstraties rond het Lieverdje en de Maagdenhuisbezetting van 1969 reageerden de aanwezigen op mijn radicale oproep om de rigide Nederlandse planning open te breken en weer echte steden te laten groeien, organisch, van onderop. In Universiteitsblad Folia noemde ik de Nederlandse steden zelfs ‘nepsteden’. Vooral Vuijsje (1946) reageerde gebeten. Hij eiste juist méér bemoeienis van de Nederlandse staat met de ruimtelijke ordening. En Scheffer (1954) vond dat ik te weinig de schaduwkanten van de metropool belichtte; zo fijn waren die organisch gegroeide steden van mij helemaal niet. Alleen Gadet (1959) viel mij bij. Hij was dan ook, net als ik, net te jong voor de babyboomgeneratie die destijds de revolutie predikte. Uitgerekend de babyboomers blijken nu conservatief.

Gadet sprak van een eeuwige cyclus van ideeën en hij heeft gelijk. Zijn we terug in 1969? Ik denk het wel. Vorig jaar bezetten de studenten opnieuw het Maagdenhuis, nu is er dus mijn radicale boek. In 1969 publiceerden de jonge honden Reyner Banham, Paul Barker, Peter Hall en Cedric Price hun iconoclastische manifest ‘Non-Plan. An Experiment in Freedom’ in het Britse ‘New Society’. Ze wilden van alle planning af; de dingen moesten spontaan kunnen gebeuren. Ze eisten vrijheid en ruimte voor experimenten, hun pleidooi kwam neer op een aantal weloverwogen oefeningen met non-planning, want in een aantal aangewezen zones zouden mensen weer gewoon moeten kunnen bouwen wat ze willen: “at least one would find out what people want; at the most, one might discover the hidden style of mid-20th century Britain.” Terugblikkend schreef Peter Hall in zijn ‘Cities of Tomorrow’ (1988) dat het manifest van hem en zijn vrienden destijds werd doodgezwegen. Pas tien jaar later durfde iemand met een soortgelijk voorstel te komen. In Amsterdam was dat niet anders. Pas na de Nieuwmarktrellen (1975) mochten bewoners hun gesloopte buurt terugbouwen volgens eigen plan. De Nieuwmarktbuurt is een van de geslaagdste twintigste eeuwse experimenten, het grote voorbeeld voor het latere Java-eiland en Borneo en Sporenburg. Door de bewoners, niet door de overheid of de planners, werd grootstedelijkheid opnieuw uitgevonden.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *