Gelezen in ‘Flagship Developments’ (2011) van de Vereniging Deltametropool:
Kreeg een verslag in handen van een bijeenkomst in november 2011 op de Universiteit van Amsterdam over ‘flagship developments’. Paul Lecroart, werkzaam als stedenbouwkundige bij de Institut d’Amenagement du territoire et d’Urbanisme van Ile-de-France, deelde tijdens die bijeenkomst zijn ervaringen met grote binnenstedelijke projecten in Parijs, zoals Plaine Saint-Denis, La Défense, Grand Paris Express en Paris Métropole. Ook betrok hij een aantal grote projecten in Hamburg (Sprong over de Elbe), Londen (Olympisch Park) en Seoul (Cheonggyecheon) in zijn beschouwingen. Hij trok er lessen uit. Lessen die Lecroart deelde waren bijvoorbeeld het inzicht dat openbare ruimte veel belangrijker is dan we vaak denken, dat verbindingen tussen nieuwe ontwikkelingen en bestaande centra belangrijk is, dat het dikwijls moeilijk is politieke en bestuurlijke aandacht voor grote projecten lang vast te houden, dat het soms beter is grote projecten in kleine stukken op te knippen, dat grote projecten elkaar niet moeten beconcurreren, dat instrumenten en instituties goed moeten worden gecoördineerd. Aansluitend was er een expertmeeting over de Amsterdamse Zuidas.
Opvallend in het verslag vond ik hoe er over de betrokkenheid van de bevolking bij deze ‘flagship developments’ werd gesproken. Na zijn lessen te hebben gedeeld zei Lecroart: “Besides this, it is also important to not forget the audience: many projects are not people-oriented or simply disregard the public realm where the inhabitants live, and this can lead to many social, cultural and political problems.” Daarvoor moest tijd worden uitgetrokken, zei hij, want de bevolking betrekken bij de plannen kost nu eenmaal tijd. De werkelijke omkering – namelijk dat de bevolking de sleutel is voor de ontwikkeling van goede projecten, dat experts deze ‘collectieve intelligentie’ voortdurend moeten aanboren en dat dit juist enorme tijdwinst zal opleveren – had hij nog niet gemaakt. De inwoners en gebruikers van de stad waren in zijn ogen nog altijd toeschouwers (audience), hoogstens een klantenpanel dat door experts en bestuurders moet worden gehoord. Zonder het te beseffen plaatste de expert zich op een voetstuk. Of was hij bang dat flagship developments bij al te grote betrokkenheid gevaar zullen lopen? Dan maar liever doormodderen in eigen kring.
Geef een reactie