Onderwaterarcheologie

Gelezen in NRC Handelsblad van 4 maart 2006:

Soms blijven kranten erg lang op een stapel liggen. Zoals deze wetenschapsbijlage van NRC Handelsblad, met daarin een artikel over de stand van zaken in de Nederlandse onderwaterarcheologie. Die is niet best. Terwijl er in Groot Brittannië vier opleidingen voor onderwaterarcheologie bestaan, is er in Nederland niet één. "Dat kan evengoed in andere Europese landen," is de opvatting van de staatssecretaris van hoger onderwijs te Den Haag. Vreemd, want met name de vele VOC-schepen die ooit vergaan zijn, zijn een Nederlandse bron van kennis en kunde. Zo ligt de Amsterdam nog altijd te wachten op archeologisch verantwoorde berging voor de kust van Hastings. Er is sinds 1999 wel een instituut in Lelystad, het NISA (sic!), gevestigd en de nieuwe Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten zou er iets aan moeten doen, maar de eerste wordt voortdurend gereorganiseerd en bezuinigd – niet bepaald een gunstige conditie voor een centre of excellence – en de tweede geeft nog niet thuis. Mensen met kennis, zoals Fred Hocker, zijn naar Stockholm of elders uitgeweken. Van de vijftig VOC-schepen die ooit zijn geborgen, is slechts een handjevol door archeologen opgegraven – het merendeel is door bergers leeggehaald. Een aantal jaren geleden is de subisidekraan dichtgedraaid voor de berging van de Amsterdam omdat men bang was dat het een geldverslindend project zou worden.

Weer zo’n typisch voorbeeld van Nederlands beleid, in dit geval wetenschapsbeleid. Het Nederlandse belang is groot, maar het kost geld en de revenuen zijn niet evident. Er is op zichzelf wel geld en er zijn wel faciliteiten, maar die zijn naar een stadje als Lelystad gedirigeerd. En als het erop aankomt, wordt er naar andere landen doorverwezen, die beter in staat zouden zijn om de betreffende tak van sport te beoefenen. In plaats van een inbedding in een wetenschappelijke omgeving, rond universiteiten en een scheepvaartmuseum, in Amsterdam, wordt de boel gespreid, als een soort van regionaal ontwikkelingsbeleid dat vooral niet teveel mag kosten en eerder gezien moet worden als windowdressing dan als wetenschapsbeleid.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *