Gelezen in Trouw van 5 juli 2011:
In Trouw verscheen afgelopen week een artikel naar aanleiding van de publicatie van een vierdelige studie naar Nederland in de achttiende eeuw. Auteur Paul Brusse en collega’s van de Universiteit Utrecht schrijven over Zeeland met zijn handelssteden Middelburg en Zierikzee. Wat ontdekten ze? Middelburg was destijds even groot als Utrecht (40.000 inwoners). De atmosfeer in de Zeeuwse hoofdstad was echter gesloten, provinciaals, erg naar binnen gekeerd. Op het Zeeuwse platteland daarentegen waren de boeren open, op de buitenwereld gericht. Ze liepen er modieus bij. Uit die tijd stamt de figuur van ‘Zeeuws meisje’. Dat had alles te maken met de hoge graanprijzen en de bloeiende handel in graan op Engeland. Allerminst een Jan Saliegeest dus. Trouw concludeert: “Dat nuanceert ook het gangbare perspectief op de stad als exclusieve motor van welvaart en moderniteit. Als de ontwikkeling in de steden stokt, kan die op het platteland nog heel wel doorgaan.”
Jammer dat de journalist in kwestie niet verder heeft gekeken dan haar neus lang is. De hoge graanprijzen werden veroorzaakt door de onstuimige verstedelijking in Groot-Brittannië in de loop van de achttiende eeuw. De welvaart en openheid op het Zeeuwse platteland was hiervan rechtstreeks een afgeleide. Sterker, alle landbouwinnovaties in de de achttiende eeuw vonden hun oorsprong in de Engelse industriële steden. Zij waren de motor van economische groei. De Zeeuwse boeren profiteerden ervan. Dat ze daar in Middelburg zaten te pitten en dat ook Amsterdam en Utrecht niet meededen, is wel degelijk een staaltje van Jan Salie. Lees Jane Jacobs’ ‘Cities and the Wealth of Nations’ (1984). Streken als Zeeland in de 18e eeuw noemt ze supply regions. “They are disproportionally shaped by the markets of distant cities.” Ze noemt dergelijke regio’s ‘stunted‘ en ‘stultified‘: kunstmatig en een beetje bespottelijk. Die regio’s konden arm of rijk zijn en zich modern gedragen, gemeenschappelijk hadden ze de eenzijdigheid van hun regionale economie. In het geval van Zeeland leunden ze eenzijdig op graan. Toen de graanprijzen daalden, viel het Zeeuwse land terug in lethargie. Dus hoezo motor van welvaart en moderniteit? Opmerkelijk dat dit artikel in Trouw hardnekkig getuigt van een provinciaalse blik. Beperkt, nationaal, regionaal, een beetje Jan Salie.
Geef een reactie