Gelezen in NRC Handelsblad van 16 januari 2009:
Afgelopen nacht sleepte de film Slumdog Millionaire liefst acht Oscars in de wacht. Regisseur Danny Boyle was blij. Ik ook. Want de filmprijzen zijn uiteindelijk, dit keer, nou eens niet voor de sterretjes, maar voor een metropool: Mumbai. Niet dat ik dat verzin. Coen van Zwol citeert Boyle ten tijde van het Rotterdamse filmfestival in NRC Handelsblad, wanneer deze zegt dat Mumbai de echte ster van Slumdog Millionaire is. ‘Een stad van extreem geweld, zoals bij de recente aanslagen van moslimterroristen op het Taj Mahal Palace en het Chhatrapati Shivaji-station, waar de romantische scenes werden opgenomen. Maar ook Bollywood, de hoofdstad van de Hindifilm, en een metropool in de greep van onstuimige groei.” Boyle bewondert de metropool. Hij bewondert vooral de ongelooflijke energie. Een groot deel van de film speelt zich af in de sloppenwijken. "De sloppen: je verwacht abjecte armoede en wordt daarin niet teleurgesteld. Schokkend, iedereen schijt gewoon in de goot. Geen toiletten, een paar uur warm water per dag, stroom die overal met bossen kabels wordt gestolen. Maar het is ook een bruisende gemeenschap vol levenslust, iedereen handelt wel in iets. Je verveelt je nooit, al is er niets te doen."
Natuurlijk ziet hij de armoede, maar met een analytische blik, zegt hij, kom je niet ver. "Mumbai is een kapitalistische stad, zakendoen is er even belangrijk als dansen, en dat wil wat zeggen." En, voegt hij daaraan toe, het is een stad van dromen. "Dat zie je alleen als je openstaat voor de realiteit".
Mooie woordspeling.
Geef een reactie