Gezien vanuit de trein op 23 juni 2010:
Op Leiden Centraal stapte ik in de stoptrein naar Hilversum. Op Amsterdam Zuid stapte ik weer uit. De avond viel, de warmte sloeg neer op het land. Onderweg zag ik alleen maar kantoren. Zelfs op de Zuidas louter kantoren. En het gebied rond luchthaven Schiphol spande de kroon. Daar ligt een dikke deken van anonieme kantoorgebouwen als een geluidswal rond de startbanen. Het is een vervreemdend landschap van torens en blokken met spiegelend glas. Bijna 20 procent van deze lousy kantoren in de metropoolregio staat leeg. Nog eens een paar miljoen vierkante meters kantoorvloeroppervlak zit in bestaande plannen en moet nog worden gerealiseerd. Dat kan natuurlijk helemaal niet, dus daarvan moet waarschijnlijk nog een miljoen vierkante meter worden geschrapt. Doordat grondexploitaties van gemeenten sluitend zijn gemaakt met de opbrengsten uit gronduitgifte voor kantoren, stagneert nu de planvorming. En het ergste is, al die kantoren werden vooral gebruikt om woongebieden af te schermen van geluidsoverlast en luchtvervuiling. Door ze langs de infrastructuur te situeren kon je verderop woningen bouwen. Was het idee.
Deze perverse systematiek – kantoorlocaties als wingewesten en als geluidsschermen langs infrastructuur – is gelukkig failliet. Het kantoor is schandelijk misbruikt. De systematiek laat ons achter met een postapocalyptisch landschap in de randen van onze steden. Wat in de twintigste eeuw trots begon in het historische centrum van onze steden – fraaie bakstenen kantorenbouw als die aan het Rembrandtplein en de Vijzelgracht – is geleidelijk naar buiten opgeschoven, naar de snelwegen en de luchthaven, en is daar qua architectuur volkomen uitgekleed, geperverteerd. In de jaren negentig is er nog geprobeerd zoveel mogelijk kantoren rond stations en openbaar vervoerknooppunten te concentreren. Het was tevergeefs. We worden uitgenodigd om opnieuw na te denken over het fenomeen kantoor. Wat is dat eigenlijk, een kantoor? En waar komt een kantoor het beste tot zijn recht? En hoe ziet een kantoor van de toekomst er eigenlijk uit? Zijn er straks nog wel kantoren nodig? En kan een gemeente ook aan iets anders geld verdienen dan louter aan gronduitgifte voor kantoren? Kortom, een gesprek over ethiek en stedenbouw is broodnodig. Laten we weer van voren af aan beginnen.
Geef een reactie