Gelezen in ‘Together’ (2012) van Richard Sennett:
Wanneer de Amerikaanse socioloog Richard Sennett op het eind van ‘Together’, zijn nieuwste boek, het plezier van samenwerking wil beschrijven, komt hij te spreken over de figuur van Norman Thomas. Deze Thomas (1884-1968) was de de leider van de Socialistische Partij van Amerika. Hij probeerde, aldus Sennett, de Europese sociaal-democratie te verzoenen met de Amerikaanse voorkeur voor lokale actie. Hij deed dat niet door charisma te tonen en nadrukkelijk op de voorgrond te treden, integendeel: “he was skilled at informality.” Hij ging altijd middenin een gezelschap zitten, nooit op een podium. Aan het eind van bijeenkomsten vroeg hij niet om te stemmen, maar ondervroeg mensen die vaak te verlegen waren om iets te zeggen. Na lezingen pakte hij mensen bij de arm en hield ze vast, ondertussen luisterend tot ze waren uitgesproken. In vergaderingen hanteerde hij geen agenda en, als die er toch was, dan schoof hij hem terzijde, “he let matters develop and metamorphose from within.” Het resultaat was gezamenlijke probleemoplossing, saamhorigheid, gemeenschap als gedeeld gevoel.
Sennett beschrijft hoe vakbondsmannen als Walter Reuther gek van Thomas werden. Die wilden liever snelle besluiten en kozen voor efficiency. Maar het ging Thomas niet om besluiten of het verkrijgen van macht, wel om samenwerking tussen mensen. Hij bleef ook op grote afstand van de machtstrijd en de loopgraven waar voormannen als Reuther zich het liefst in begroeven. Van alle vormen van samenwerking lag de zijne het dichtst bij die van informeel plezier. “Though community cannot fill up the whole of a life, it promises pleasures of a serious sort.” Ook als je niet in een getto leeft, besluit Sennett, is dit een goede manier om de grote waarde van gezamenlijkheid en gemeenschapszin te ervaren. Niet, zoals Hannah Ahrend meende, door zich een soort ideale politiek gemeenschap voor te stellen waarin iedereen gelijke rechten heeft, maar als een menselijk proces om ‘in de wereld te komen’. Proef ik hier nauwelijks verholen kritiek op Democraten als Clinton en Obama die hun verleden als opbouwwerkers in de getto’s van Chicago verloochenen en de staat hebben verkozen boven de stad? Hier spreidt de intellectueel Sennett zijn diepe afkeer tentoon van grote politiek en macht. “The twentieth century perverted cooperation in the name of solidarity. The regimes that spoke in the name of unity were not only tyrannies; the very desire for solidarity invites command and manipulation from the top.” Inderdaad, op de manier van Thomas zou je geweldige steden kunnen bouwen, maar zal het ook gebeuren? Het moet, da’s zeker. Laten we wachten op het volgende boek van Sennett voordat we ons erover uitspreken. Dat zal namelijk gaan over hoe we betere steden kunnen bouwen.
Geef een reactie