Gelezen in De trek naar de stad (2010) van Doug Saunders:
Doug Saunders is een Canadese journalist. Hij woont met vrouw en kinderen in Londen. Recentelijk schreef hij een boek over de wereldwijde verstedelijking en de kansen die deze migranten biedt. Zondagavond sprak ik erover met Ewald Engelen, de nieuwe h0ogleraar etnisch ondernemerschap aan de Universiteit van Amsterdam. Ewald sprak afgelopen vrijdag in zijn intreerede dat Nederland in de toekomst wellicht nieuwe migranten behoeft. In de huidige politieke context geldt dat als een gedurfde uitspraak. Saunders is veel stelliger. Hij betoogt dat “de wijken waarin de migranten zich vestigen vaak dynamisch zijn en groot economisch potentieel bezitten. Meestal ontstaat er een welvarende middenklasse, maar ook in sloppenwijken – broeinesten van armoede, sociaal geweld en religieus fundamentalisme – sluit een enorme energie die ten nutte kan worden gemaakt.” Hij reisde de hele wereld af, op zoek naar hoopwekkende voorbeelden. “In wezen gaat dit boek over sociale mobiliteit.” Wil de stad van aankomst functioneren, aldus Saunders, dan moet hij leden van een middenklasse voortbrengen. Vanzelfsprekend bezocht de Canadees Mumbai, Sao Paulo en Istanbul, maar in hoofdstuk 10 doet hij Amsterdam aan, Slotervaart om precies te zijn.
Wat zag Mohamed Mallaouch toen hij, uit Marrakech afkomstig, Slotervaart binnentrok? “In zijn ogen was het net een van lego en groen vilt gemaakte speelgoedstad voor kinderen, vol kunstmatige aandoende groene zones.” Het stadsdeel leek een volmaakte woonomgeving, streng vormgegeven door stedenbouwkundige ontwerpers. Maar bij nader inzien bleek het een vergaarbak van migranten en een broeinest van religieuze subculturen – een nieuwe bastaardvorm geschapen door mensen die gewoon klem zaten. Hier woonde de moordenaar van Theo van Gogh. Zijn moord leidde tot een ommekeer. Saunders schetst de opkomst van Markouch, de maatregelen die deze trof en de steun die hij kreeg van Job Cohen. “Vijf jaar na de moord op Van Gogh was Slotervaart veranderd in een zee van bouwkranen, graafmachines en sloopkogels. Het was gedaan met de strakke, ordelijke planning.” Saunders schetst het nieuwe beeld: “Eerder had Slotervaart er goed uitgezien vanuit een helikopter en vanuit een standpunt van een planoloog in het centrum. In een radicale ommezwaai besloot Amsterdam Slotervaart er aantrekkelijk uit te laten zien voor een nieuwkomer uit een dorp. De bewoners werden veel dichter naar elkaar toegebracht, niet alleen omdat ze dat wilden en vanuit overwegingen van veiligheid en gemak en vanuit zakelijke motieven wilden ze dat dolgraag – maar ook vanuit de overtuiging dat een grotere bevolkingsdichtheid de sociale cohesie en de welvaart ten goede komt.” Saunders noemt dit pogingen tot ‘deplanning’. Hij juicht ze toe. “De concepten van een strakke ruimtelijke ordening en het verlenen van toestemming voor grondgebruik zijn planologen nog altijd dierbaar. Vaak geloven zij nog altijd dat in steden een strenge onderverdeling moet bestaan in woonwijken, winkelgebieden en terreinen voor lichte industrie. De meest geslaagde stadsbuurten ter wereld kennen echter noch een lage bevolkingsdichtheid, noch een strakke ruimtelijke ordening.” De stedenbouwkundigen hebben het mis. De nieuwe tijd vraagt om deplanning: ruimte voor spontane ontwikkeling, hogere dichtheden en weinig tot geen scheiding van functies.
Geef een reactie