Gezien op 20 februari 2012 in Amsterdam:
Terwijl mijn vrouw bioscoopkaartjes kocht voor ‘The Iron Lady’, trad Job Cohen terug als partijleider van de PvdA. De film die we even later gingen zien, gaat over een politiek leider. We zagen een 86-jarige Margareth Thatcher terugblikken op haar roerige carrière. Hoe anders was ze dan de fatsoenlijke Cohen. Hier vocht een ‘ijzeren dame’ zich meedogenloos naar de top. Opvallend was haar gebrekkige communicatie; die was er typisch een van ‘one to many’. Geen vraag stelde ze in de film, geen twijfel viel er in haar te bespeuren, ze had ook geen vrienden, het was alleen maar zenden; er ontbrak elk spoor van een dialoog. Thatcher haatte coalities, ze bleek louter ideologie. Met gevoelens, zei ze, had ze niets te maken, men moest vooral een dáád stellen. Dat deed ze dan ook. Terwijl buiten een burgeroorlog woedde en ze in Brighton door een bom van de IRA bijna een hotel werd uitgeblazen, zette ze haar oorlog tegen de eigen bevolking stug door. Uiteindelijk had ze een Falklands oorlog nodig om de sympathie van de bevolking terug te winnen. Het resultaat waren honderden doden. De democratie was op dat moment vrijwel buiten werking gesteld. Het parlement kon haar ten slotte alleen nog afzetten. Eenzaam en verbitterd verliet ze het politieke toneel. Hoewel er sympathie voor haar doorklinkt in het scenario, kan je dit gedrag en deze politiek van een vrouw alleen maar afkeuren. Nee, dan Job Cohen.
Sir Peter Hall schreef weinig vleiend over de periode-Thatcher. Het was er een van ijskoud populisme. In ‘Cities and Civilization’ (1998) typeert hij Thatchers politiek als een radicale afbraak van de verzorgingsstaat, “one result of was collapse of the urban order on the streets of Britain, of a kind never seen in the twentieth century.” Thatcher, schreef hij, noemde haar land ziek – moreel, sociaal en economisch. Nergens, aldus Hall, was dit duidelijker zichtbaar dan in Londen. “Thatcher did not teeter: her ruthless project for London was actually to assist the processes to their logical completion: through a creative combination of public spending and private enterprise, London would cease to be a centre of goods making and goods handling, and instead would devote itself wholeheartedly and enthusiastically to the new informational economy.” De uitkomst van haar stedelijke politiek was er een van toenemende verschillen, grote tegenstellingen, intense verdeeldheid, nee verscheurdheid. “The capital, like the country, was divided: inner city versus outer suburbs, west versus east.” De film gaat eraan voorbij, maar het land heeft er nog steeds last van. Welke scenarioschrijver staat op om een film te maken over Job Cohen in Amsterdam? Een film over moord en doodslag, jazeker. Met in de hoofdrol Job Cohen die ‘de boel bij elkaar houdt.” Een film met dialogen, vragen en twijfels; een film over democratie.
Geef een reactie