Gehoord in het Universiteitstheater te Amsterdam op 15 januari 2020:
Op de derde dag van Masterstudio ‘The Common City’ bij de Universiteit van Amsterdam was Timothy Moss een van de sprekers. De Brit Moss is verbonden aan het IRI THESys van de Humboldt Universiteit in Berlijn. IRI THESys staat voor Integrative Research Institute on Transformations of Human-Environment Systems – een hele mond vol. Moss – van huis uit historicus – doet onderzoek naar institutionele veranderingen in stedelijke infrastructuren, ook hun ruimtelijkheid betrekt hij daarin. In Amsterdam sprak hij over de ‘energie commons’. Vroeger, vertelde hij, behoorde energievoorziening tot de publieke goederen, maar de afgelopen decennia is alles geprivatiseerd. Sommigen willen terug naar de oude situatie, maar dat kan niet meer. Biedt de commons uitkomst? Om dit te onderzoeken moet volgens hem verschil worden gemaakt tussen commoning bij grondstoffen (olie, steenkool, gas, elektriciteit), infrastructuren (leidingen, netwerken) en omgevingen (atmosfeer, landschappen, water). Bij elk is sprake van grote institutionele uitdagingen. Infrastructuren zijn sowieso ‘club goods’: je kunt ze moeilijk afsplitsen. Fijntjes wees Moss erop dat in de meeste literatuur de geografie ontbreekt. Die maakt het nóg ingewikkelder.
Als casus nam Moss Berlijn. Daar is het dossier energie hevig in beroering. Deels komt dit door de Duitse Energiewende, die grote veranderingen aanjaagt. Daarnaast loopt de concessie voor het Berlijnse elektriciteitsgrid op zijn einde. Burgers weten dit. Zij klagen over het weinig enthisch handelen van de commerciële energiebedrijven en verzetten zich. Verzet hoort ook bij de moderne geschiedenis van Berlijn: tijdens de Koude Oorlog was er onder de bevolking hevig verweer tegen de bouw van twaalf centrales in de bossen van West-Berlijn. Het gedrag van overheden is nog lang niet vergeten. Wantrouwen drijft dus de burgers. Het zijn lokale sociale burgerbewegingen die de kans zien om vormen van commoning in de stedelijke energievoorziening te introduceren. Moss noemde twee voorbeelden. In de Berlin Energy Ronde Tafel werken veertig lokale groepen stadsbreed samen. Daarnaast is er de coöperatieve Bürger Energie Berlin die delen van het grid wil kopen – meer dan 12 miljoen euro heeft ze nog niet opgehaald. Energiebedrijven als Vattenfall proberen op de beweging in te spelen. Ook de Berlijnse overheid reageert. Maar netwerken kun je beter niet opsplitsen. En de overheid wordt allerminst vertrouwd. Een typisch geval van “when the commons meet the public.” Wie is hier het collectief? Wie wordt buitengesloten? De komende periode zal spannend worden in Berlijn.
Geef een reactie