A child of the Valley

Gelezen in ‘Odyssey. Pepsi to Apple’ (1987) van John Sculley:

Vorige week overleed Steve Jobs, de man achter Apple. Voor mij aanleiding om het verhaal van John Sculley nog eens te lezen, de man die Steve Jobs midden jaren tachtig de laan uitstuurde. Sculley was afkomstig van Pepsi Cola, nota bene Steve Jobs zelf had hem naar Apple gehaald om de marketing te komen regelen. In ‘Odyssey’ beschrijft hij niet alleen zijn succesvolle marketingstrategie, maar ook de persoon van Jobs, de bedrijfscultuur van Apple, en de kracht van ideeën en creativiteit. “Above all, it’s the story of how a person who had the opportunity to experience both worlds – old and new, East Coast to West Coast, linear and multi-dimensional – has so dramatically changed in the process.” Sculley verhuisde begin jaren ‘80 van New York aan de oostkust naar San Francisco aan de westkust. Jobs was geboren in Silicon Valley, Sculley in New York. Sculley, gewend aan de Pepsicultuur in New York (“every two months the marketing gurus of Pepsi – the company’s heart and soul – would gather here, on 4/3, the executive floor of PepsiCo’s corporate headquarters in the New York City suburb of Purchase, for a private ritual in the public war of the colas between Pepsi and Coke”), had grote moeite te wennen aan de losse cultuur van Apple. Dat begon al met het stedelijke landschap dat zo anders was. Vanaf San Francisco was het een rit van 35 mijl naar het zuiden via route 280 naar Cupertino. Wat hij zag leek in de verste verte niet op het landschap van New York.

The city, I discovered, was one of a handful of the sprawling suburbs of Santa Clara County that had become known as Silicon Valley. (…) Viewed from above, the area looks not unlike a massive integrated circuit, with row upon row of prefabricated buildings occupied by little start-up companies. I had expected the buildings to look hi-tech. Instead, they were monotonous, flat, rectangular structures with tilt-up walls. It somehow seemed unappropriate for what had emerged as the technological centre of the world.” Het hoofdkantoor bleek een bescheiden, twee verdiepingen tellend bruin gebouw ingeklemd tussen een skiwinkel en een supermarkt. Via een brandtrap moest Sculley naar de tweede verdieping klimmen. De ruimte die hij daar binnentrad was een labyrint van open cellen, met in elke cel een personal computer. De kamer van Jobs had geen computer, maar was wel het centrum van activiteit. Voortdurend rinkelden er telefoons en iedereen – allemaal twintigers in casual kleding – probeerde op zijn kamer te komen. De kamer zelf oogde rommelig. “It was cluttered and disorganized, with posters and pictures taped on to the walls.” Ernaast bevond zich een kleine vergaderkamer van niet meer dan 9 bij 9 foot. Dat was Jobs’ ultieme vergaderplek. Sculley werd door de baas van Apple meegenomen naar Anthony’s Pier One restaurant, enkele blokken van de campus verwijderd. “At the end of the luncheon, we walked back, I got back in my car and headed for the airport that afternoon.” Sculley was verkocht. Zoiets had hij nog nooit gezien.


Posted

in

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *