Gelezen in NRC Handelsblad van 8 januari 2011:
Koud? In Amsterdam? Echt koud is het pas in Montreal, Canada. Elk jaar weer. Groot en guur zijn de lange winters in ‘The Capital of Winter’. De stad, ruim anderhalf miljoen inwoners groot, kent winters met temperaturen onder de -20 tot -25 C. "Eigenlijk is het gekkenwerk: welk redelijk mens ondergaat die koude douche elk jaar vrijwillig, wetend dat er warme alternatieven zijn?" Frank Kuin, correspondent van NRC, vroeg het zich afgelopen winter af. Begin september berichtte hij opnieuw uit Montreal. Ditmaal over de stedelijke infrastructuur. In ‘Schietgebedjes horen bij Montreal’ wees hij op de belabberde staat waarin veel wegen, verkeerspleinen, viaducten en bruggen in de hoofdstad van Quebec verkeren. "Veertig jaar uitzetten en krimpen in snikhete zomers en ijskoude winters, tonnen strooizout, en sijpelend water dat cement openkraakt bij bevriezing heeft een tol geeist." Veertig jaar? Montreal maakte zijn sterkste groei door eind jaren zestig, met de wereldtentoonstelling van 1967 en de Olympische Spelen van 1976. Veel stedelijke infrastructuur is in die jaren gebouwd. Er is toen gehaast gebouwd, zonder adequate kwaliteitscontrole. Sindsdien beukt Koning Winter jaarlijks op het Canadese beton. Kuin: "Schietgebedjes horen bij een rit door de stad."
Niet alleen door het winterse weer moest ik aan Montreal denken. Dat deed ook een oproep van Chris Ward, oud-directeur van de New Yorkse Port Authority, afgelopen woensdag op een open forumbijeenkomst op de New School of Public Engagement, om een ‘civic dialogue’ te starten over de noodzaak om te investeren in publieke werken. Alle infrastructuur van New York is 100 jaar oud, er moet nu snel iets gebeuren. Bezuinigingsrondes dreigen echter alle onderhoudswerken lam te leggen, en nog meer doen voor minder geld houdt een keer op. De poging van burgemeester Bloomberg om rekeningrijden op Manhattan te introduceren, om zo investeringen in het onderhoud van wegen, tunnels en vliegvelden te kunnen bekostigen, strandden een paar jaar geleden door rechtse oppositie in het parlement van de staat New York. Ward noemde een bedrag van 10 tot 14 miljard dollar dat de Port Authority acuut nodig zou hebben om de transportsystemen in de stad te onderhouden en te verbeteren en om zelf niet failliet te gaan. Zijn oproep lijkt te zijn ingegeven door een op handen zijnde politieke afrekening. De gouverneur van de staat wil het blazoen van de populaire oud-directeur van de machtige stedelijke infrastructuurdienst graag bezoedelen. Een ophanden zijnd faillissement van de New Yorkse Port Authority biedt hem die kans. Ward wil hem voor zijn. Hij verdient een schietgebedje. Ook in New York voelt de winter koud, ijskoud.
Geef een reactie