Berlijn aan de Rijn

Gehoord in Amsterdam op vrijdag 1 november 2013:

In de Open Bak van de leergang De Nieuwe Wibaut van de gemeente Amsterdam trad afgelopen vrijdagmiddag Paul de Bruijn op. De Bruijn is directeur van een bureau voor verbindende online communicatie in Arnhem. De tachtig deelnemers zou hij trakteren op een voordracht over Coehoorn Centraal, een nieuwe broedplaats voor culturele en creatieve bedrijvigheid in de binnenstad van de Gelderse stad, die hij samen met Peter Groot ontwikkelt. Hoe hij tegen stedelijke ontwikkeling aankijkt, illustreerde De Bruijn aan de hand van tal van voorbeelden uit Berlijn, een stad waar hij veel komt en die hij goed kent. Langs de Spree bijvoorbeeld was na de Wende door de overheid van bovenaf een mediakantorenstad gedacht, maar die is er nooit gekomen. Het liep allemaal anders. En dat is maar goed ook, vond De Bruijn. In een van bovenaf geplande stad geloofde hij niet. Energie krijgt een stad juist van allerlei burgerinitiatieven.

Een overgang naar Arnhem was nu gemakkelijk gemaakt. Want ook Arnhem lukte het niet om haar ambitieuze plannen rond het nieuwe centraal station, waaraan al tien jaar gebouwd wordt, van de grond te trekken. Ergens halverwege is het project stilgevallen. Het feestaardvarken van Florentijn Hofman noemde hij als voorbeeld van een zinderend alternatief: een kunstwerk van 150.000 ton beton, aangeboden aan de stad door Burgers Zoo die 100 jaar bestaat, in een parkje op een vage restlocatie waar buurtbewoners eerst een stukje Veluwe hadden aangelegd – kunst en park, alles met een tijdelijke vergunning en onveilig als speelplek, toch gedoogd – bij kinderen razendpopulair. In die categorie paste ook het Coehoorngebied, door de gemeente tijdelijk uitgegeven aan De Bruijn en Groot. Maar wat is tijdelijk? Met de buurtbewoners proberen de twee nu in de panden creatieve bedrijvigheid te ontwikkelen, maar dat niet alleen. Ook willen ze een nieuwe maakindustrie van de grond trekken door weer een verbinding te leggen tussen ontwerpen en maken en denken daarbij zelfs aan verbindingen met het nabije Ruhrgebied; en ook een park voor de buurt willen ze, dat ze in veertien dagen (sic!) zullen aanleggen. De Bruijn vertelde smeuïg over de gemeente. Die denkt nog steeds de stad van bovenaf te kunnen plannen. De Bruijn maakte daarbij onderscheid tussen het bestuur, de raad en de ambtenaren. De ambtenaren, vertelde hij, geloofden nog steeds in top-down planning. Hij illustreerde dit met een zinloze discussie over de plaatsing van een vlaggenmast op het dak, die volgens de ambtenaren 30 centimeter moest worden verschoven. Ook het bestuur wilde aanvankelijk niet met de heren in zee. Alleen de raad wil hen een kans geven. Horeca mag nog steeds niet op het Coehoornterrein. De Bruijn vond het onzin. Hij hoopte dat al dat gevestigde beleid snel sneuvelt. Het is toch geen taak van de gemeente om eenmaal gevestigde middenstand langjarig te beschermen? Daar wordt die maar lui van.

Comments

One response to “Berlijn aan de Rijn”

  1. nel de jager Avatar
    nel de jager

    Mooi stuk, ben benieuwd hoe het de heren zal vergaan. Wel mannen naar mijn hart!

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *