Pragmatistisch broddelwerk?

Gelezen in NRC Handelsblad van 28 januari 2012:

In mijn zoektocht naar een economie die duurzaam is, stuitte ik op Granny’s Finest, een bedrijf van twee Rotterdamse bedrijfskundestudenten, Niek van Hengel en Jip Pulles. Hun bedrijf produceert breiwerk. Niet zomaar breiwerk, maar goed gebreide artikelen, ontworpen door Rotterdamse kunstenaars. Granny’s Finest zoekt modeontwerpers die breipatronen voor haar ontwikkelen, en zet deze uit bij bejaarden- en verzorgingstehuizen in het Rotterdamse, waar bejaarden vervolgens de artikelen breien. Afgelopen zomer zijn ze begonnen met een groep van 25 bejaarden; na zes maanden waren al 120 items gebreid en verkocht. Elke donderdagmiddag komen de dames bij elkaar in een zaaltje van verzorgingstehuis Laurens in het Rotterdamse Ommoord. Ervoor betaald krijgen ze niet; ook het bedrijf zelf maakt nauwelijks winst, want het kent de vorm van een stichting. De verkoop verloopt via de website of via de winkel van Granny’s Finest. De prijzen beginnen bij 27,95 euro (stropdas). Iedereen doet zinvol werk, dat wel. En bedrijfsuitjes, een concert, lunch of kerstpakket zijn de beloning, in natura.

Door kunstenaars in contact te brengen met bejaarden wordt het breien ineens bijzonder en markttechnisch interessant gemaakt; de toegevoegde waarde van de breisels stijgt. De oude breitechnieken – handwerk, noem het: maakindustrie – blijven bovendien bewaard en kunst en ambacht, nee vakmanschap, komen weer bij elkaar. Dingen maken is sowieso bevredigende arbeid maar dreigt, aldus socioloog en pragmatist Richard Sennett in The Craftsman (2008), in de moderne economie geheel te verdwijnen. Die laatste wordt geleid door managers die het niet uitmaakt wat ze managen. Hier niet. Breimachines zijn exit; ouderen worden weer geactiveerd; winstmaken staat niet meer voorop; jong bekommert zich om oud; de economie wordt weer lokaal; veel mensen worden gelukkig gemaakt. Ouderwets is deze economie zeker niet, want de verkoop verloopt via internet en de breipatronen zijn kunstzinnig en innovatief. Ziedaar de contouren van een nieuwe, duurzame stedelijke economie. Het kan. Nu nog de wil om te veranderen.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *