Gelezen in ‘The Shock Doctrine. The Rise of Disaster Capitalism’ (2007) van Naomi Klein:
Geen vrolijkstemmend boek, ‘The Shock Doctrine’. Maar wel eentje om deze kerstdagen, zo tijdens de kredietcrisis, tot je te nemen. En wat toepasselijk om het in aansluiting op ‘Cities and the Wealth of Nations’ van Jane Jacobs te lezen! Twee moedige vrouwelijke auteurs, beiden afkomstig uit Canada. Maar dat niet alleen. Haar boek schreef Jacobs in 1984, tijdens de periode van wereldwijde stagflatie. Klein schreef haar boek vijfentwintig jaar later, aan het begin van de kredietcrisis. Dus alles wat er na 1984 met de wereldeconomie gebeurde kun je mooi nalezen bij Klein.
En dat is niet al te best. Het is in ieder geval een overwinnig geworden van de neoliberale economen van de Chicago School, met hun aartsvader Milton Friedman. Jacobs duidde die destijds aan als monetaristen. Ze geloofde toen al niet dat die in staat zouden zijn welvaart te creëren. Hebben ze het toch gedaan? Volgens Klein helemaal niet. Ze hebben vooral de ongelijke welvaartsverdeling in de wereld vergroot. De kloof tussen rijk en arm is nog nooit zo groot geweest als op dit moment. De overheid is teruggedrongen, de belastingen zijn verlaagd, er is uitverkoop gehouden in de publieke zaak, de topsalarissen zijn gestegen, de vakbondsmacht is gebroken, de werkloosheid is onverminderd hoog en de middenklasse (onderwijzers, politiemensen, verplegend personeel) is er in inkomen alleen maar op achteruit gegaan. Overtussen werken de chinezen tegen hongerloontjes als slaven in fabrieken die voor de hele wereldbevolking produceren. Maar het ergste is: deze wereldwijde economische herstructurering is nergens democratisch tot stand gekomen, maar is steeds gepaard gegaan met een politiek van ‘shock and awe’. Eerst was er de val van Allende in Chili en het regime van terreur van Pinochet. Het leidde tot het eerste experimenteren met de theoretische modellen van de Chicago School in de praktijk. Toen volgden Argentinië, Brazilië, Bolivia, Engeland (Thatcher na de Falkland Oorlog), Polen, Rusland, China, Korea, Indonesië, Taiwan en ten slotte Irak. Overal was sprake van steeds hetzelfde patroon: ernstige destabilisering, het bang maken van de bevolking en in de verwarring de ingrijpende verandering van de economische huishouding van het land doorvoeren. Het is de overwinning geworden van de corporatistische staat waarin een rechtse politieke elite nauw samenwerkt met de top van het internationale bedrijfsleven. En dat alles onder de vlag van het vergroten van de vrijheid, van ‘freedom’. Het is, aldus Klein, de vrijheid om te graaien voor de sterksten, maar het is allerminst politieke vrijheid voor de bevolking in zijn geheel. Haar boek maakt duidelijk dat ook de discussies binnen Nederland over topsalarissen in het bedrijfsleven en in de geprivatiseerde semi-publieke sector enerzijds en de problemen in het onderwijs, de verpleegzorg, de volkshuisvesting en het openbaar vervoer anderzijds, gepaard gaande met de sterke uitbreiding van de gevangeniscapaciteit en het cameratoezicht voortkomen uit hetzelfde verschijnsel: het vestigen, ook bij ons, van een corporatistische staat in de jaren negentig van de twintigste eeuw.
Leg je Jane Jacobs ernaast, dan begin je nog beter te begrijpen wat er na haar schrijven is misgegaan. Door toedoen van de monetaristische economen is er op heel veel plaatsen in de wereld helemaal geen sprake geweest van welvaartsgroei, maar van een afgedwongen, sterk onevenwichtige welvaartsverdeling tussen rijken en armen. Waar de welvaart wèl is gegroeid, is die niet te danken geweest aan Friedman en consorten, maar aan stedelijke groei: in China en elders in Azië hebben zich reusachtige steden gevormd die kennelijk heel goed zijn in import-vervanging. De steden in Amerika, Japan en Engeland daarentegen zijn stagnerende steden gebleven; hun welvaartsgroei hebben ze in de eerste plaats te danken aan het leegroven van de rest van de wereld via vijandige overnames van bedrijfstakken en voormalige overheidsdiensten in Zuid-Amerika, Azië en Oost-Europa. De rest van de welvaartsgroei is gewoon fake. Ze bestaat uit monetaristische producten die tijdens de kredietcrisis allemaal, een voor een, worden lekgeprikt.
Niet voor niets heette het laatste boek van Jane Jacobs, dat zij kort voor haar dood schreef, ‘Dark Age Ahead’ (2004). De oude dame had het allemaal doorzien.
Geef een reactie