Derde gouden eeuw

Gelezen in ‘Nederland stedenland’ (2012) van Ed Taverne e.a.:

Het laatste essay in de recent verschenen bundel NWO-studies ‘Nederland stedenland’ is van de hand van Ton Kreukels, emeritus-hoogleraar planologie aan de Universiteit Utrecht. Daarin geeft hij een historische analyse van de Nederlandse stad in ‘drie gouden eeuwen’. De eerste van de drie gouden eeuw is bekend, die wordt gedragen door ‘de stad in de Republiek’. De tweede gouden eeuw valt samen met de industriële revolutie. De derde gouden eeuw beleven wij op dit moment. Kreukels laat haar beginnen in 1960, met de opkomst van de verzorgingsstaat. Pas relatief laat overigens zouden de steden hiervan profiteren. Volgens Kreukels had de ‘stadsreparatie’ niet eerder dan begin van de jaren negentig succes en pas in 2010 zijn volgens hem de grote steden weer helemaal terug op het toneel. Vooral Amsterdam oefent sindsdien een grote aantrekkingskracht uit. Maar het heersende regime is nog altijd het verzorgingsregime waarin de overheid domineert en die in zijn dominantie “de betekenis en effectiviteit van de fijnmazige stelsel van georganiseerde belangen” in de weg zit. Langzaam wordt deze onbalans gecorrigeerd. “Dit proces is nog steeds volop aan de gang, zonder dat er in de praktijk en in de politieke doctrines een nieuw evenwicht lijkt gevonden in de verhouding tussen de maatschappij, de profit- en de non-profitsector en de overheid.” Dat is een heel andere zienswijze dan die van de Britse historicus Tony Judt in ‘’Ill Fares the Land’!

Kreukels ziet de derde gouden eeuw nog lang niet ten einde lopen. Wel heeft het Rijk voor hem afgedaan. Die heeft gebrekkige kennis, moet bezuinigen en is veroordeeld tot herstel van de marktwerking. Nee, het gebeurt nu in de steden. “In die zin ligt er in de steden nog een groot potentieel aan handelingsvermogen in de micro- en mesosfeer, waarvan in de komende tijd kan worden geprofiteerd: de derde gouden eeuw.” Wel vindt hij dat de ‘corporate actors’ daar te makkelijk hun multinationale belangen kunnen behartigen, evenals de talloze professionale adviseurs en advocacy planners. De lokale overheid moet juist macht delen met al die andere, kleinere spelers, zeker in Amsterdam. Hij hoopt daarom op een ‘tegenoffensief van schaalverkleining’. In die zin lijkt hij verwant aan David Harvey en toont hij zich een planoloog die groot geworden is in de jaren zeventig. Nee, het is een mooi essay. Eigenlijk te beknopt nog. Werkelijk boeiend.


Posted

in

, ,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *