Leren van Rotterdam

Gelezen in ‘Woekeren met ruimte’ (2010) van Noud Köper:

Afbeeldingsresultaat voor woekeren met ruimte köper

Waarom lukte het Rotterdam wel om een brug over de rivier te krijgen en waarom krijgt Amsterdam zo’n brug niet? Tien jaar geleden schreef Noud Köper een interessant boek over de Nederlandse ruimtelijke ordening. Köper is politicoloog, in zijn boek geeft hij “een kijkje in de keuken van de moeizame besluitvorming, de machtsspelletjes en de belangentegenstellingen” in de Nederlandse planning sinds eind jaren ‘80. Het eerste hoofdstuk gaat over de Rotterdamse Kop van Zuid. Leerzame stof. De uit Amsterdam afkomstige Riek Bakker begreep al vroeg dat je een plan moet ‘verkopen’. Uit hetzelfde Amsterdam haalde ze Teun Koolhaas en vroeg hem de toekomstige Kop van Zuid op onweerstaanbare wijze te tekenen. Van het geheel maakte ze een mooie maquette en een flitsende diashow. Hiermee ging ze de boer op, eerst vanuit haar woonkamer op het Eendrachtsplein, later op locatie, in de buurten op Zuid. De brug echter bleek een ‘heikel punt’. De weerstand zat vooral intern. De Willemsbrug had voldoende capaciteit, de metro verbond al noord met zuid, er was druk scheepvaartverkeer. Hoe kreeg ze haar collega’s toch mee in haar plan? Ditmaal vroeg ze de Amsterdamse Ben van Berkel een oogverblindende brug te ontwerpen. Met deze ‘Zwaan’ wist ze de gemeentepolitiek in te palmen. Ze ging bovenlangs, zoals dat in ambtelijke termen heet. De ‘Zwaan’ bleek echter 40 miljoen gulden duurder dan begroot.

Slikte de Rotterdamse gemeenteraad de brug, die nu zoveel duurder uitviel? En keerde het Rijk zich niet tegen de plannen? En de Rotterdamse haven dan? Köper meldt in zijn boek dat de burgemeester (Bram Peper) ‘goede relaties’ had met Den Haag. Hij en wethouder Joop Linthorst trokken naar de Minister van Verkeer en Waterstaat, Hanja Maij-Weggen, om erover te praten. Wat hadden de slimme Rotterdammers gedaan? Een week voor het bezoek hadden ze ‘een prachtig model’ van de brug bij haar op de kamer laten zetten. “Dan kon ze er een beetje aan wennen.” Binnen een uur was het gepiept. Verkeer en Waterstaat had geen bezwaar tegen de brug en de gemeente Rotterdam kreeg zelfs de ontbrekende 40 miljoen als rijksbijdrage cadeau. Later bleek dat premier Lubbers – ook een Rotterdammer – de brug te duur vond, waarop de minister het bombardement op Rotterdam in herinnering riep. De brug, had ze gezegd, diende als een landmark, een cadeau aan de stad die in de oorlog het zo zwaar te verduren had gehad. In 1993 werd met de bouw begonnen, twee jaar later was hij gereed. Hoe noem je zo’n strategie? Verleiden, inpalmen, verkopen. Riek leverde een duidelijk motief: de brug gaat de kloof tussen zuid en noord definitief dichten. Dat laatste is niet gebeurd. Nu moet een duur stadion alsnog uitkomst gaan bieden. De kloof dichten, dat gaat Amsterdam wel lukken. Zonder stadion of brug.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *