Gehoord op Roeterseiland Campus, Amsterdam, op 26 februari 2018:
Bron: Richard Ronald, UvA
Zuid-Korea is ongeveer even groot als Engeland. Beide landen tellen circa 50 miljoen inwoners. In Korea woont de helft daarvan in slechts twee provincies. Samen vormen die Groot-Seoul. Aan het woord is Richard Ronald, hoogleraar Housing, Society and Space aan de Universiteit van Amsterdam. Afgelopen week verzorgde Ronald een gastcollege over Seoul in het bachelorprogramma Cities in Transation. Het eerste deel van zijn college ging over de wonderbaarlijke naoorlogse groei van Seoul, het tweede over woningbouw- en huisvestingstrends in recente jaren. De economische groei van Korea na het bestand van 1953, zei hij, was nog indrukwekkender dan die van Japan. Een ‘IJzeren Driehoek’ van bedrijven, politici en bureaucraten had de leiding genomen over een groei die het Westen naar de kroon moest steken. Ronald noemde het ‘developmentalism’, naar een begrip geïntroduceerd door Chalmers Johnson (1982). Koreanen waren in de jaren bereid geweest om grote offers te brengen. Het letterlijk bouwen van steden werd de economische groeimachine van het arme land. In plaats van een welvaartsstaat te ontwikkelen en mensen een vangnet te bieden, werd een dak boven je hoofd het middel om hardwerkende gezinnen materieel te ondersteunen. Bijgevolg werd de ‘Land and Housing Corporation’ een van de grootste bedrijven van het land. Seoul groeide razendsnel en stelde alle andere Koreaanse steden in de schaduw.
Door de economische crisis stokte echter eind jaren ‘90 de groeimachine die veertig jaar daarvoor onafgebroken had gestampt. Van een indrukwekkende 10 procent jaarlijkse groei ging het ineens naar 4 à 5 procent. Niet alleen groeide de Koreaanse economie langzamer, ook was welvaartsgroei voor iedere Koreaan niet langer vanzelfsprekend. Bijgevolg ontstond er een verschil tussen rijk en arm. Maar na en door de crisis werd Zuid-Korea wel democratischer. Veel inwoners willen niet langer puur economische groei tegen elke prijs en kiezen een regering die hen alternatieven biedt. Onderwijs vinden zij belangrijker. Wonen in Seoul is erg duur, dus nieuwe vormen van sociale woningbouw doen hun intrede. Het National Rental Housing Program werd in 1998 door president Kim geïntroduceerd. Ronald wees op de immense woningproductie in het land. Elk jaar worden 80.000 nieuwe woningen opgeleverd in Seoul, in Zuid-Korea als geheel gaat het om een productie van 500.000 woningen jaarlijks. Inmiddels is 12 procent van alle woningen min of meer sociaal. Dat is veel voor een land dat dertig jaar geleden nog vrijwel geen sociale woningbouw kende. Koreanen blijken overigens te sparen in plaats van te huren. Dat systeem heet Chonsei. Voor jongeren wordt Chonsei echter onbereikbaar. Zij kiezen voor Chon-wolse, dat is een nieuwe hybride vorm van huren. Zonder immigratie, besloot Ronald zijn overzicht, zal Korea snel krimpen. Woningen, zou je zeggen, zijn er over een tijdje meer dan genoeg. Of dat ook voor Seoul zal gelden is nog maar de vraag. Ronald houdt zijn intreerede op 6 april 2018.
Geef een reactie