Silicon Valley verklaard

Gelezen in ‘Volume #24 Counterculture’ (2010):

Afbeeldingsresultaat voor volume counterculture

Op verzoek van de studentenverenigingen van de faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de UvA gaf ik vrijdagavond een lezing over Silicon Valley. Centraal thema was het internet. Silicon Valley is een gebied zo groot als de corrido Amsterdam-Utrecht dat al decennia een grote bloeiperiode doormaakt, door de Britse geograaf Peter Hall in ‘Cities in Civilization’ (1998) nauwgezet beschreven. Tussen 1950 en 1960 groeide de bevolking ten zuiden van San Francisco met 121 procent; de daaropvolgende tien jaar met nog eens 66 procent, de werkgelegenheid verdubbelde elke tien jaar; en het houdt maar niet op. Al zestig jaar groeit Silicon Valley onstuimig. Zoals ik al eerder in ‘The toekomst van de stad’ (2017) schreef  had de geograaf Hall het begrip ‘agglomeratievoordelen’ helemaal niet nodig om het succes van de vallei te verklaren. Ook was er geen sprake van ‘goede bereikbaarheid door uitstekende onderlinge verbindingen’. Wat Hall deed was dichte netwerken van mensen beschrijven, telkens nieuwe sociale netwerken die groeiden vanuit slechts één punt: Palo Alto. Vanuit dat ene punt bewoog alles zuidwaarts, richting San Jose. Natuurlijk was er kapitaal afkomstig van het militair-industriële complex rond Washington DC, maar de vrijbuiters van de Westkust zetten al dat geld in op iets totaal anders dan de stijve militairen ooit hadden bedoeld.

Op een gegeven moment, schrijft Hall, raakten de netwerken van Palo Alto de netwerken van Berkeley en San Francisco. Hall: “In Palo Alto and in Berkeley, in very sharp contrast, the whole freewheeling tradition of entrepreneurship combined with the post-1968 California counter-culture to produce an extraordinary degree of networking, symbolized by the Homebrew Club.” In de Homebrew Club ontstond de Apple II. Jammer dat de oerdegelijke Hall hier eindigt en alles terugvoert op en samenvat als een ‘regionaal, op netwerken gebaseerd industrieel systeem’. Want wat in werkelijkheid gebeurde was dus iets heel anders, iets cultureels. Ik las er het nummer van het Amsterdamse tijdschrift Volume, gewijd aan de tegencultuur van de jaren ‘70, op na. Wat daar in Menlo Park gebeurde was de triomf van de tegencultuur van San Francisco, daar vlakbij, op Berkeley, voltrok zich een culturele revolutie. Zoals Fred Turner, auteur van ‘From Counterculture to Cyberculture’ (2006), aan Volume uitlegt: “But the New Communalists did another thing: they took ideas from the larger world of technology and repurposed them, and in so doing they claimed standing with regard to the dominant ideas of their time.” Daarmee bedoelt hij dat de jonge hippies uit de grote stad technologie gingen gebruiken voor de sociale organisatie en macht van onderop: het internet. “Computerpower to the people!” De tegencultuur, concludeert Turner, is de culturele uiting van de postindustriële economie. Die uiting ligt sinds kort onder vuur.


Posted

in

, ,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *