Gelezen in S&RO nr. 4 (augustus 2010):
Afgelopen week verscheen het themanummer van S&RO over Ruimte en Economie. Mijn artikel, getiteld ‘Spiky Delta’, zag ik eindelijk afgedrukt. Ik zag trouwens dat je het ook kunt downloaden vanaf de NIROV-website (http://nirov.nl/Home/Publicaties/Tijdschriften/Publicatie_items/S_RO_4_2010.aspx?mId=10443&rId=177). Bij nalezing merk je altijd weer dat je iets cruciaals vergeten bent. Maar eerst de strekking van het artikel: het Ministerie van Economische Zaken is al sinds zijn oprichting in de jaren ‘30 van de twintigste eeuw primair gericht geweest op handelsbevordering (groei van import en export), volumegroei en bovenal kostenverlaging voor ondernemers. Het beleid is ontwikkeld vanuit de handelsnatieretoriek die stelt dat Nederland een klein landje is, met een open economie, en dat het vooral handel moet drijven met het buitenland. Daarbij heeft het departement aan de Bezuidenhoutseweg steeds het werk naar de mensen willen brengen. Dat betekende voortdurende spreiding van bestaansbronnen over het land, de aanleg van grootschalige infrastructuur, vooral van achterlandverbindingen tussen de mainports en de buurlanden, lage grondprijzen, suburbanisatie, bedienen van regio’s. Een grootstedelijke economie had niet haar aandacht, sterker het Nederlandse economische beleid is al honderd jaar anti-stedelijk. Met als resultaat een matige kwaliteit van producten, een veel te hoge importquote (dus een lage graad van zelfvoorziening), een onderschatting van de diensteneconomie, een enorm gesleep met goederen door de delta en een vernietiging van natuur en landschap. Het programma ‘Pieken in de Delta’ vormt daarop geen uitzondering. Elke provincie krijgt weer keurig zijn eigen ‘’piek’. Een ‘spiky delta’ zal er niet door onstaan, eerder een ‘flat delta’.
Wat ik helemaal vergeten ben te vermelden is dat de naoorlogse opbloei van de Nederlandse economie natuurlijk niet zozeer te danken is aan het gevoerde economische structuurbeleid vanuit Den Haag, maar aan de vroege toetreding van Nederland tot de Europese Unie (EEG, later EG, tegenwoordig EU) èn aan het aardgas van Slochteren, later de Noordzee. Het is allemaal economie gericht op export, specialisatie, schaalvergroting, matige kwaliteit, weinig duurzaam.
Geef een reactie