Gelezen in The New York Review of Books van 23 november 2011:
Opnieuw geeft Oscar Garschagen in NRC Handelsblad inzage in het leven van de gemiddelde arbeidsmigrant in de grote steden aan de Chinese oostkust. De migranten van het platteland die daar in groten getale werken, schrijft hij, mogen hun kinderen er niet op school doen. Daardoor leven veel kinderen nog op het platteland bij hun grootouders en moeten daar naar school. Hun vader en moeder zien ze slechts een à twee keer per jaar. “Communistisch China is een standenmaatschappij, een gespleten samenleving, waarin het geboorteregistratiesysteem (hukou) dat in de jaren vijftig door Mao Zedong werd ingevoerd een van de voornaamste breuklijnen veroorzaakt.” Over dit hukou-systeem schreef afgelopen zomer ook The Economist al uitgebreid, door mij opgetekend in mijn blog over The Rat Tribe, (http://bit.ly/vKAmMN). Garschagen noteert acht miljoen rechteloze arbeidsmigranten in Peking, zeven miljoen in Shenzen en nog eens negen miljoen in Guangzhou. Daar komt bij dat het onderwijs in deze metropolen moderner, meer op het individu gericht is, dan op het platteland. De vier oudste en grootste economische zones hebben indertijd hun eigen schoolsystemen mogen ontwikkelen, die zij overigens zelf financieren. Terwijl het doorsnee onderwijs in China klassikaal is, gericht op feitenkennis en standaardexamens, is er in het onderwijs in deze metropolen meer ruimte voor Engelse taal, muziek, gymnastiek en kalligrafie. Iedere zaterdag protesteren de ouders voor het openbreken van het systeem. Tevergeefs. De autoriteiten vrezen een enorme toeloop naar de scholen, die zullen bezwijken onder de aantallen nieuwkomers. Inwoners van Peking, Guangzhou, Shenzen en Sjanghai noemen de migrantenkinderen ook wel ‘wild tuig’. De mensen die Garschagen spreekt denken dat het nog wel twintig jaar zal duren voordat het hukou-systeem wordt afgeschaft.
In The New York Review of Books van deze maand las ik een bespreking van het nieuwste boek van Ezra Vogel over Deng Xiaoping, waarin de auteur – de dissidente wetenschapper Fang Lizhi – het onderwijsstelsel dat Deng Xiaoping introduceerde uitgebreid hekelt. Weliswaar heropende Deng de universiteiten na de Culturele Revolutie onder Mao, dat wil niet zeggen dat hij pro-onderwijs was. Fang Lizhi noemt het hukou-systeem als bewijs voor zijn stelling. Veel kinderen zijn daardoor uitgesloten van onderwijs. Hij beschuldigt Vogel ervan hieraan geen aandacht te besteden. “Deng Xiaoping, the alleged ‘education reformer’, enforced this household registry system, and its consequences for education, to his dying day.” Overigens gaat het systeem niet terug op Mao, maar op de Japanse bezetter die de migratie naar de steden hoe dan ook wilde voorkomen, bang als ze was voor opstanden. De paradox is dat die opstanden nu dreigen juist vanwege het hukou-systeem. Het Chinese voorbeeld laat overigens mooi zien dat steden liefst hun eigen onderwijssysteem ontwikkelen en dat dat ook profijtelijk is. Natuurlijk is er veel te zeggen voor landelijke uniformiteit, maar het inspelen op de regionale economie daagt steden uit hun eigen koers te varen als het gaat om het opleiden van hun beroepsbevolking.
Geef een reactie