Wanneer wordt planning intelligent?

Gelezen in ‘Machine Platform Crowd’ (2017) van Andrew McAfee en Erik Brynjolffson:

Afbeeldingsresultaat voor machine platform crowd

Hoe maken we de ruimtelijke planning intelligenter? Sinds mijn aantreden in 2012 op de Wibautleerstoel aan de UvA houd ik me met die fundamentele vraag bezig. Platforms, verhalen en aggregatie van veelsoortige kennis zijn daarvoor de sleutels, schreef ik in mijn intreerede ‘De stad als brein’ (2012). Burgers moeten voortdurend actief worden geraadpleegd, experts weten het niet beter en de governance van stad en land moet worden gedecentraliseerd, uit handen van de staat. Nu lees ik het nieuwste boek van Andrew McAfee en Eri Brynjolfsson, twee hoogleraren aan MIT en auteurs van ‘The Second Machine Age’ (2014), over de fundamentele principes die ten grondslag liggen aan alle innovatie en disruptie. Om werkelijk slim te worden, schrijven zij in hun nieuwste boek, moeten we open vragen durven stellen aan letterlijk iedereen. Eeuwenlang werd kennis in bibliotheken opgeslagen door vorsten, kerken, universiteiten, regeringen. Maar met de komst van het internet zijn bibliotheken onderdeel geworden van een veel groter geheel. Met hun algoritmes bieden zoekmachines snelle toegang tot alle beschikbare kennis. “As they accumulate the contributions of many people, they spontaneously generate new kinds of knowledge. This is a kind of magic that actually happens, all the time.” Centrale, gecoördineerde planning werkt niet meer. Door het internet kunnen nee moeten we verder decentraliseren.

Hoe kun je een grote massa mensen dusdanig organiseren opdat deze intelligent wordt? Die vraag zouden democratieën en planners zich moeten stellen. Hier putten de twee wetenschappers uit de kennis die is opgedaan bij de ontwikkeling van sofwaresysteem Linux. Een aantal principes stonden daarbij voorop: 1. openheid van het platform, dus iedereen heeft toegang, 2. massa-amateurisatie, dus geen diploma’s of lidmaatschap meer nodig om mee te mogen doen, 3. testen van bijdragen op kwaliteit en vervanging van oudere bijdragen door telkens nieuwe en betere bijdragen, 4. een helder einddoel dat bij iedereen bekend is, 5. zelforganisatie, dus het loslaten van rollen, taken en bevoegdheden, 6. geeky leiderschap, dat is een vreemd, beetje studieus, soms onhandig, maar wel visionair leiderschap. Dit is de les van Linux: “When things get really complex, don’t look to the experts. Instead, call in the outsiders.” Waarom? Omdat de kern van een discipline altijd stolt, de neiging heeft om staalhard te worden. Innovatie komt van buiten. Experts zien hun kennis razendsnel verouderen, en vaak hebben ze het zelf niet in de gaten. “It’s that many problems, opportunities, and projects, if not most, benefit from being exposed to different perspectives – to people and teams, in other words, with multiple dissimilar backgrounds, educations, problem-solving approaches, intellectual and technical tool kits, genders, and so on.” Hoezo een plan maken en dat ter inspraak aan de bevolking voorleggen? Heerlijk boek.


Posted

in

, ,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *