Culturele regulatie

Gelezen in Vrij Nederland van 11 december 2010:

Bogotá, de hoofdstad van Colombia, telt ruim 7 miljoen inwoners. De vorige burgemeester van Bogotá, Antanas Mockus, was afgelopen 27 december in VPRO’s wintergasten te zien. Een fascinerende uitzending. Even eerder, op 11 december, stond er een portret van hem te lezen in Vrij Nederland. Vanwaar al die publiciteit? Mockus is een kleurrijk politicus, een soort superstar. Hij was als aanvoerder van Partido Verde kandidaat voor het premierschap van Colombia, maar verloor nipt van zijn rivaal Santos die een groot deel van de Colombiaanse media in handen heeft. Dat is allemaal leuk voor een avondje televisie, maar de werkelijke reden voor al die aandacht is natuurlijk vooral zijn effectief gebleken grootstedelijke politiek. Toen Mockus burgemeester van Bogotá werd, was de stad ernstig in verval. Dat was in 1995. Velen verruilden de stad voor een huisje op het platteland. In de metropool was sprake van terreur, drugshandel, armoede, geweld, corruptie. Dat krijg je als je de steden verwaarloost. De Colombiaanse economie stortte ineen. Maar dat niet alleen. Ook het aantal verkeersslachtoffers in Bogotá zelf was hoog. De verkeerschaos was groot. En nachtelijk geweld extreem. Enzovoort. Bogotá had in die tijd een hele slechte reputatie.

Wat deed de burgemeester? Mockus begon bij de verkeerspolitie. Die ontsloeg hij. Hij bood ze echter de gelegenheid om zich om te scholen tot mimespelers. Die mimespelers moesten de automobilisten wijzen op de voetgangers. Colombiaanse autorijders zijn macho, dus dat was een regelrechte omkering van waarden. Tegelijk liet de burgemeester duizenden kaarten drukken met een opgestoken duim op de ene kant en een duim omlaag op de andere. Daarmee konden automobilisten elkaars rijgedrag be- of veroordelen. Tussen 1995 en 2003 – zijn twee ambtstermijnen – daalde het aantal verkeersslachtoffers in Bogotá van 25 op de 100.000 inwoners per jaar, naar 8. Het werkte dus. “Niet alleen kon hij indrukwekkende cijfers overleggen; Mockus had de Bogotenos ook het gevoel gegeven dat ze erbij hoorden en dat hun stem iets waard was.” Mockus geloofde dat misdaad en misdragingen verkeerd gedrag betroffen. Gedrag en gewoontes kunnen worden veranderd. Een van de motto’s van de burgemeester was ‘Things could be different.’ Om het gedrag van mensen te veranderen maakte hij gebruik van ‘culturele regulatie’. In een interview zei Mockus, zelf zoon van een beeldhouwster en bewonderaar van Marcel Duchamp: “Ik zag kunst als een verlengstuk van de pedagodie en had geleerd dat je soms met één gebaar meer kunt bereiken dan met hele stapels boeken.” Niemand geloofde dat zijn benadering zou werken, maar hij werkte. Mensen hoeven niet te worden bestraft, je kunt ze overreden. En de economie trok weer aan.


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *