Gelezen in The Atlantic van 25 januari 2011:
De huizenprijzen in Amerika lijken zich enigszins te herstellen. Echter, het herstel verschilt nogal per stad. Richard Florida publiceerde deze week in The Atlantic de cijfers van twintig belangrijke Amerikaanse steden over de afgelopen maand. De index die hij gebruikt meet de cijfers af aan de huizenmarkt in het jaar 2000, dus van ver voor de kredietcrisis, door Florida consequent aangeduid als The Great Reset. De slechtste prestaties leverden nog altijd Las Vegas, Phoenix, Miami, Atlanta en Detroit, de beste kwamen voor rekening van Dallas, Denver, Boston, New York, Seattle en Portland, Oregon. Ze weerspiegelen de staat van de stedelijke economie. “As the Great Reset continues, it’s clearer than ever that there are two distinct housing markets in the U.S. In the bubble cities and hard-hit rustbelt regions, the market has seen steep decline and may continue to weaken. But in knowledge-driven metros, tech centers, and big, dense cities, the market has stabilized and in some cases may be starting to rebound.”
Nederland is een klein land en telt voornamelijk kleine steden. Cijfers voor de verschillende steden berekenen heeft hier niet veel zin. Bovendien worden verschillen tussen regio’s opzettelijk gemaskeerd door rijksbeleid dat verdelende rechtvaardigheid in de woningmarkt propageert en ook door een overgereguleerde, dus verstopte woningmarkt. Aannemelijk echter is dat er ook bij ons wel degelijk sprake is van een tweedeling, waarbij de economisch zwakke regio’s overwegend lagere prijzen rekenen en de tech centers en kennissteden beduidend hogere prijzen. Ondanks alle pogingen van de regering om verschillen te maskeren, gelden de allerhoogste prijzen in Amsterdam. Gek dat er in de hoofdstad zo weinig wordt gebouwd. Niet goed voor de motor van de Nederlandse economie.
Geef een reactie