Reusachtige visioenen

Gelezen in ‘Over de democratie in Amerika’ van Alexis de Tocqueville:

In 1840 publiceerde de politiek filosoof Alexis de Tocqueville zijn tweede deel over de democratie in Amerika. Het eerste deel was vijf jaar eerder verschenen. De jonge staat in de nieuwe wereld fungeerde bij hem als model voor het postrevolutionaire Frankrijk. Kunst, schreef hij in deel 2, wordt talrijker en onbeduidender in de democratie dan in een absolutistische staat. Maar er zijn uitzonderingen. Vervolgens behandelde hij de ‘kunstmonumenten’ in de nieuwe hoofdstad Washington DC. “De Amerikanen hebben op de plek waarvan zij de hoofdstad wilden maken de ruimte afgepaald voor een immense stad die vandaag nauwelijks meer inwoners telt dan Pontoise, maar die volgens hen ooit een miljoen inwoners moet herbergen; zij hebben de bomen al gerooid tot tien Franse mijl in de omtrek uit angst dat deze de toekomstige bewoners van de imaginaire metropool zouden hinderen. In het centrum van de stad hebben zij een prachtig paleis gebouwd dat als zetel van het Congres moet dienen, en zij hebben het de pompeuze naam Capitool gegeven.” Niet bepaald een onbeduidend werk van een democratie, die hoofdstad.

Hoe kan De Tocqueville het imposante stedenbouwkundige werk van de Franse ingenieur L’Enfant rijmen met een democratische politiek die doorgaans slechts ‘onbeduidende’ werken voorbrengt? Immers, “nergens lijken de burgers kleiner dan in een democratische natie.” Zijn verklaring voor deze ongerijmdheid luidt als volgt: “In democratische samenlevingen wordt de verbeeldingskracht kleiner wanneer zij aan zichzelf denken en wordt zij oneindig groot als zij aan de staat denken. Dat leidt ertoe dat dezelfde mensen die klein leven in minuscule woningen, dikwijls reusachtige visioenen krijgen als het gaat om publieke monumenten.” Een teken van verlichting vindt hij die grootheidswaan niet. De Romeinen, schrijft hij, zouden nooit al die aquaducten rond hun steden hebben gebouwd als ze de wetten van de hydraulica hadden begrepen. “Het volk dat geen andere sporen van zijn verblijf op aarde achterlaat dan een paar loden pijpen in de grond en enkele ijzeren stangen aan de oppervlakte, zou meer meester over de natuur kunnen zijn geweest dan de Romeinen.”


Posted

in

,

by

Comments

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *