Gemiste kans

Gelezen in ‘De emancipatie van de periferie’ (2016) van Floris Alkemade:

 

Charmant maar flets essay van de rijksbouwmeester, Floris Alkemade. Of eigenlijk is het een gesproken tekst bij plaatjes. Op 1 november lanceerde Alkemade zijn ‘Emancipatie van de periferie’ in Scheveningen tijdens het zogenoemde rijksbouwmeesterscongres. In het verhaal, aldus het bijgeleverde persbericht, “ageert hij tegen de focus van planners op de stadscentra en pleit hij voor het benutten van de dynamiek en ruimte die de periferie biedt.” Hoezo focus van de planners op de stadscentra gericht? Was het maar waar. De focus van VINEX  en post-VINEX is juist op netwerken gericht, op dit moment ontbreekt zelfs elke focus. Het is een oude retorische truc: je afzetten tegen een denkbeeldige vijand. Geen woord over duurzaamheid, want daar is deze nationale bouwmeester niet van. Wel iets over leegstand. Maar denk niet dat dit tot inkeer leidt. Leegstaande woningen zullen verloederen en moeten dus worden gesloopt, maar Alkemade bestemt ze voor werken. Dream on! Opnieuw een pleidooi voor suburbanisatie en ruimtelijke spreiding afkomstig uit Haagse kokers. We komen er maar niet van af. Nee het is nog veel erger. Volgens de Brabander Alkemade heeft de Randstad afgedaan en moeten we het stedelijke veld nog veel groter trekken. Hij spreekt van een uitvergrote Randstad richting zuiden en oosten, precies zoals de bedenkers begin jaren ‘60 hadden voorspeld.

Wanneer hij over de structuur van de nationale verstedelijking schrijft, noteert Alkemade het volgende:  “Binnen deze structuur valt de zelfstandige kracht van Amsterdam op dat als enige echte Nederlandse metropool een uitzonderlijk sterke identiteit en aantrekkingskracht heeft.” Dit rangschikt hij onder “het fenomeen van de ongeremd aantrekkelijke hoofdsteden (…).” Een kaartje van Parijs zet hier de toon. Ja, Parijs! Banlieus! Het leidt volgens hem tot een ‘altijd weer pijnlijke segregatie van kansrijken en kansarmen’. Niet goed dus. Waarop hij de zoveelste lofzang op de polynucleaire structuur van de Nederlandse verstedelijking zingt. Alkemade: “Juist de open structuur biedt condities en een dynamiek die een palet aan gespreide ontwikkelingen mogelijk maakt.” Niet dus, juist een compacte, verdichte structuur biedt gunstige condities voor innovatie, ontwikkeling en bloei. Maar nee hoor, we gaan weer ruimtelijk spreiden. “Op het moment dat het verstedelijkte midden van Nederland in al zijn samenhang onderzocht en ontwikkeld wordt, ontstaat een metropool met ongekende kwaliteiten.” Nee joh, dan ontstaat er een zeer dunbevolkte metropool van bizarre afmetingen en gedomineerd door infrastructuur en verstoken van grootstedelijkheid. Zullen we dit maar beschouwen als een gemiste kans?

Comments

2 responses to “Gemiste kans”

  1. Sibrand Gratama Avatar
    Sibrand Gratama

    Helemaal mee eens. Hopelijk komen er de komende tijd meer grootstedelijke investeringen in en rond de centra en stationsgebieden van de grond. Verdichting, vooral ook hoogbouw, moet zich meer kunnen bewijzen in Amsterdam en andere grote steden, zeker nu er de markt voor is. Verdergaande functiemenging en verdichting op een duurzame manier vergroot de leefbaarheid en het voorzieningenniveau. Te veel ‘polderen’/participeren leidt vaak tot halfslachtige compromissen. Er is te weinig lef en bestuurskracht.
    Het zogeheten “Little Manhatten” bij Station Lelylaan is daar een voorbeeld van, evenals gebied Teleport Sloterdijk met zijn gespreide en monotone opzet. Ik hoop echt dat op Zeeburgereiland de ambities wel worden waargemaakt. Mooi artikel afgelopen zaterdag in het Parool! Dat zou de naam Little Manhatten verdienen. Rond Amstelstation kan ook nog meer ontwikkeld worden. ‘Amsteltower’ is een eerste aanzet. En gelukkig zet Rotterdam goed door met verdichting, maar zit de markt helaas nog steeds minder mee dan in de noordvleugel. Grootstedelijke dichtheden gaan goed samen met groen en natuur op diverse schaalniveau’s, van Vondelpark of stadsstranden tot Amsterdamse of Kralingse bos of iets verder de Kennemerduinen of ‘t Gooi. En in de toekomst worden auto’s stiller en wordt er meer en meer gefietst.
    Er is nog zoveel te winnen, laten we hopen dat de beleidsmakers en politici die kansen aangrijpen en zich niet steeds weer laten verleiden tot de makkelijkste weg van het alleszins mindere en minder duurzame spreiden en versnipperen van semi-stedelijkheid met die veelheid aan infrastructuur.

  2. Sibrand Gratama Avatar

    Helemaal mee eens. Hopelijk komen er de komende tijd meer grootstedelijke investeringen in en rond de centra, stationsgebieden en langs hoofdassen van de grond. Verdichting, vooral ook hoogbouw, moet zich meer positief kunnen bewijzen in Amsterdam en andere grote steden, zeker nu er zo’n grote vraag naar vooral woningen is. Verdergaande functiemenging en verdichting op een duurzame manier vergroot de leefbaarheid en (draagkracht voor) het voorzieningenniveau. Te veel ‘polderen’/participeren leidt vaak tot grote vertraging in het proces en telkens weer halfslachtige compromissen. Verdichting kan ook heel mooi zijn er aandacht is voor goede architectuur en stedenbouw. Er is echter vaak te weinig lef en bestuurskracht.
    Het als zodanig in de markt gezette ‘Little Manhatten’ bij station Lelylaan is daar een voorbeeld van, evenals stationsgebied Sloterdijk met zijn gespreide en monotone opzet. Er zijn meer voorbeelden te noemen. Ik hoop dat op Zeeburgereiland de ambities wel worden waargemaakt. Mooi artikel afgelopen zaterdag in het Parool! Dat zou de naam Little Manhatten wel verdienen. Veelvuldige menging in de plinten van de hoogbouw met voorzieningen een goede bereikbaarheid met openbaar vervoer en fiets zijn vanzelfsprekend.
    Rond Amstelstation kan ook meer ontwikkeld worden. ‘Amsteltower’ is een eerste aanzet. In S+RO ook interessante bijdrage over verdichting. En gelukkig zet Rotterdam goed door met verdichting. Grootstedelijke dichtheden gaan goed samen met groen en natuur op diverse schaalniveaus, van Vondelpark of stadstrand tot Amsterdamse bos of iets verder de Kennemerduinen of ‘t Gooi. Contrasten maken de stad ook interessanter en mooier.
    Er is nog veel te winnen, laten we hopen dat de beleidsmakers en politici die kansen aangrijpen en zich niet steeds weer laten verleiden tot de makkelijkste weg van het alleszins mindere en minder duurzame spreiden en versnipperen van semi-stedelijkheid met die veelheid aan wegenstructuur van hot naar her.
    Haal hoogbouw dus eens uit het verdomhoekje. Het hoeft uiteraard niet overal de lucht in, maar er zijn plekken waar we de stad – ook Amsterdam – ermee kunnen verrijken en aldus bij te dragen aan grootstedelijkheid en duurzaamheid. De overheersend laag- en middelhoog gebouwde stad hoeft daar niet onder te leiden lijkt me. Alles met de mits dat er meer en meer wordt gemengd en er nog meer aandacht is voor toevoeging aan stedelijk groen, boulevards, pleinen, fonteinen, speelplekken, etc. als vlechtwerk door de (hoog)stedelijke bebouwing.

Geef een reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *