Gelezen in Het Parool van 23 juni 2018:
Iemand twitterde dat ze maar niet begreep wat ik in ‘Een nieuwe historische binnenstad’ met de binnenstad als tuin bedoelde. Waar komt die metafoor van de tuin toch vandaan? Zeker nooit Voltaire’s ‘Candide’ gelezen. Vorig jaar sprak de burgemeester van Palermo, Leoluca Orlando, in een afgeladen Pakhuis de Zwijger over de twaalfde editie van de nomadische kunstmanifestatie Manifesta die dat jaar was gehouden in zijn stad. Deze uiterst succesvolle editie heette ‘Planetary Garden. Cultivating Coexistence’. Wij, de mensheid, zijn de tuiniers van planeet Aarde, maar we onderhouden onze tuin slecht. Daar kwam het op neer. In Palermo werd gerefereerd aan klimaatverandering, droogte en massale migratiestromen. De stad op Sicilië neemt al die stromen uit Afrika en het Midden-Oosten gastvrij in zich op. ‘Becoming Garden’ was een van de kunstprojecten in de stad, dat ging over het samen zorgdragen voor een gemeenschappelijke plek. Het Franse team van Coloco en Gilles Clément had op een ongebruikt stuk land – een illegale dumpplaats – in een noordelijk gelegen stadsbuurt letterlijk een tuin aangelegd en de bewoners uitgenodigd deel te nemen. Doel: door samenwerking de vruchtbaarheid van de aarde herstellen. “Clément’s metaphor of the planet as a manageable garden is still attractive, not as a place for humans to take control, but rather as a site where agents of diverse species recognise their interdependency and share responsibility.” Even verderop speelde de Botanische tuin – de Orto Botanico – met zijn 12.000 plantensoorten een hoofdrol in het politieke kunstenprogramma.
Het stadsbestuur van Palermo begreep dat globalisering niet zal overwaaien en dat de migratiestromen van Afrika naar Europa structureel zijn en een logisch gevolg van enorme krachten. Ze wees de bezoekers op het feit dat uitgerekend migranten het stadscentrum van Palermo overeind houden. Want veel kerken en paleizen staan leeg, bepaalde delen ogen zelfs als een oorlogsgebied. Terwijl elders yuppen en toerisme-industrie zich meester maken van de centra, strijken in Palermo de meeste migranten neer in het lege hart. Ze verkopen er hun producten, die ze vaak zelf gemaakt hebben. Arthur Weststeijn van de Universiteit Utrecht schreef destijds in Het Parool: “In plaats van krampachtige kortetermijnoplossingen om toeristenstromen te verleggen van de ene straat naar de andere, biedt Palermo een radicaal alternatief: zorg dat het historisch centrum van de bewoners blijft door er armlastige migranten te huisvesten. Ze zullen er kleine winkeltjes openen, oude markten weer nieuw leven inblazen, zorgen voor reuring als natuurlijk tegenwicht tegen klagende yuppen en slempende toeristen. (…) Want als migranten wegkwijnen in provinciale asielzoekerscentra en geen leven bieden aan het hart van de stad, dan hebben yuppen en toeristen vrij spel.” Zoiets zou je tuinieren kunnen noemen. Te vergelijken met het tuinieren in de Amsterdamse binnenstad: Amsterdammers terugbrengen naar het stadscentrum. Met Artis in de hoofdrol.
Geef een reactie